- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 21 april 2015 10:00 uur
Converged stack. Laten we het daar eens over hebben. Want dat het traditionele datacenter plaats gaat maken voor meer efficiënte manieren om capaciteit te leveren, staat als de spreekwoordelijke paal boven water. Al die afzonderlijke componenten – servers, switches, storageunits, backup-faciliteiten – zijn om te beginnen duur en bovendien foutgevoelig. Bill Kleyman schreef recentelijk op datacenterknowledge.com dat er altijd een behoefte zal zijn aan deze traditionele setup, maar daar is schrijver dezes het hartgrondig mee oneens. Elke provider is uiteindelijk een dief van zijn eigen portemonnee in ‘the old fashioned way’.
Converged stack is er inmiddels te kust en te keur. HP, Dell, IBM, VCE: ze leveren allemaal dikke machines met computing power, storage en interne switching. Allemaal met hetzelfde doen: het aantal losse componenten in het datacenter zo veel mogelijk beperken. Het verhaal erachter is dat klanten in dergelijke stacks veel sneller virtuele machines kunnen uitrollen. Mits het volledige converged infrastructuur betreft, inclusief de hypervisor-laag. Dan kunnen machines inderdaad heel snel worden geprovisioned.
En nu: hoeveel klanten heeft u waarbij het daadwerkelijk verschil maakt of een VM er binnen een uur of een paar minuten is? Kijk eens naar middelgrote of grote bedrijven. Die werken in projecten en in projecten wordt capaciteit gepland. Dat gaat niet op minutenbasis. Wellicht gaat dat iets zijn voor de toekomst, maar vooralsnog werken de meeste klanten nog erg traditioneel. Waar het wel een verschil maakt, is als er bijvoorbeeld een grote marketingcampagne wordt gestart en het aantal bezoekers op een site onverwachts groter is dan gepland. Dan is het zaak om snel bij te kunnen schakelen. Maar: dat kon en kan ook al in de meer traditionele setup, dankzij virtualisatie.
En zelfs converged infrastructuur is niet oneindig schaalbaar. Er worden op een gegeven moment limieten bereikt, technisch omdat de command-laag van de hypervisor maar een beperkt aantal machines aankan of – frustrerender – omdat licenties een limiet opleggen.
Wij hebben ons datacenter volledig op converged stack. Eerlijk: het zal een gemiddeld bedrijf dat zijn hosting en cloudbehoefte uitbesteedt, een zorg zijn. Bedrijven denken in capaciteit en SLA’s. Over het algemeen is het een biet op welk soort technologie een provider de diensten levert. En zo hoort het ook, zeker in cloud. Klanten willen een zekere beschikbaarheid en garanties op ondersteuning. En ze willen een goede prijs. Daarbij snapt elke klant dat een provider die goede – lees: lage – prijs alleen kan waarmaken als ze de kosten laag houden. Hoe doe je dat? Door zoveel mogelijk te standaardiseren en te consolideren. Converged infrastructuur is daarbij wellicht een goed middel, maar nooit een doel op zich.
