Journalistiek

Onpartijdig, onafhankelijk nieuws, uitsluitend in dienst van het branchebelang.

Integrators worstelen met verdienmodellen in de cloud

  • Door
  • Jeroen Mulder
  • geplaatst op
  • 6 oktober 2016 08:00 uur

Het stond er zwart op wit in de rapporten die vanaf 2011 door diverse analisten warden uitgebracht: de belangrijkste voor bedrijven om naar de cloud te gaan, was flexibiliteit. Kosten speelden in mindere mate een rol. Het moet de grote ICT-partijen toch als zalvende woorden in de oren hebben geklonken. Want natuurlijk zagen ze allemaal de bui hangen. Het leveren van cloud capaciteit betekende een 180 graden kanteling van hun eigen aanbodmodel. Om de flexibiliteit te kunnen garanderen – het op- en afschalen van resources – kon je alleen waarmaken als je over capaciteit beschikte. Met andere woorden: je moest als aanbieder spullenboel klaar hebben staan en dat betekende voorinvesteren. De grote system integrators riepen in koor dat ze geen bank waren. Voorinvesteren was in menig boardroom een woord met een op z’n minst vies bijsmaakje.

Gelukkig waren kosten niet de belangrijkste reden voor klanten om naar cloudmodellen te kijken. In een rapport van ABN Amro uit 2011: ,,In 2011 is aan gebruikers van het eerste uur gevraagd waarom ze nu serieus cloud-oplossingen zijn gaan gebruiken. Kosten speelden een grote rol in hun overwegingen, maar bleken niet de belangrijkste reden. Dit was vooral de belofte dat je via de cloud hardware-, tijden plaatsonafhankelijk kunt werken. Flexibiliteit is dus hét argument voor Cloud Computing.” De strategie kon dus zijn om de capaciteit wel te borgen, maar het commerciële model hoefde nog niet wezenlijk te veranderen. Je kon een klant nog allerlei opstartkosten, ‘set-up’-kosten en projectkosten doorbelasten, zonder dat deze er raar van op keek. In de praktijk betekende dit dat investeringen vaak nog één-op-één konden worden doorberekend naar klanten. Daarnaast werden investeringen in capaciteit nog wel zo laag mogelijk gehouden. Geen van de integrators zetten direct grote platformen neer zoals Amazon en Microsoft dat wel deden. De rest is geschiedenis.

Consolideren

Integrators zagen zichzelf in 2011 met diverse uitdagingen geconfronteerd. Eén: het was crisis. Klanten zetten vooral in op het onderhoud van de bestaande IT-infrastructuur. Dat kwam de IT-leveranciers op zich goed uit. Twee: aan het begin van het decennium werden diverse grote uitbestedingsprojecten gedaan: dat waren vaak langlopende contracten. Rond 2011 was de strategie vooral consolideren. Natuurlijk werd er gekeken naar opkomende technologie, maar nog niet in de mate waarin het nu wordt gedaan. Cloud was onontgonnen gebied en vooral nog interessant voor ontwikkelaars. Achteraf kun je gerust stellen dat een aantal systeemhuizen in deze periode de boot toch wel hebben gemist. Er werden wel platformen neergezet om privé-cloudstructuren te kunnen faciliteren, maar dat was toch vaak wel op de traditionele leest geschoeid. Op de computelayer werd een hypervisorlaag geïnstalleerd. De grote gedeelde SAN-omgevingen en netwerken waren er immers al. Er kon nog worden gekapitaliseerd op bestaande diensten. Traditionele IT met een cloudsausje.

Nu blijkt dat cloud van een andere orde is. Cloud vergt een ander soort organisatie en kent bovendien een verdienmodel waar de traditionele IT-leveranciers nauwelijks raad mee weten. Cloud is flexibel en dat betekent dat een organisatie die cloud levert, net zo flexibel moet zijn. Die organisatie moet net als het platform, flexibel op- en af te schalen zijn. Alleen als je aan die voorwaarde voldoet, kun je het verdienmodel rechtvaardigen. Dat verdienmodel is honderd procent betalen naar gebruik. Niks initiële kosten, niks opstarten: het platform is er toch, met alles dat je nodig hebt om er gebruik van te kunnen maken? De gedachte is: ik krijg een account, kan vervolgens omgevingen aanmaken op dat platform en daarvoor betaal ik alleen de daadwerkelijke tijd waarin deze omgevingen ‘live’ zijn. Per seconde. Zoals parkeren in een parkeergarage – met het kenteken als ‘account’. Achteraf betalen voor de tijd waarin de auto daadwerkelijk in de garage stond. Dat kunnen de integrators niet waarmaken. Ze hebben nu eenmaal een organisatie die is ingericht op grote contracten waarin meer dan alleen cloud zit. In dergelijke contracten zitten ook (nog steeds) mainframes, zware Unix-omgevingen, complexe security architecturen, bedrijfskritische enterprise-applicaties én personeel. Bij heel veel uitbestedingscontracten is personeel meegekomen van de uitbestedende partij, vaak ook omdat dit nu eenmaal verplicht is door Europese wetgeving. Met andere woorden: de integrators zullen nooit helemaal naar een pay-as-you-go model kunnen. Daarvoor hebben ze veel te veel kosten in andere IT-segmenten.

Toegevoegde waarde

Gaat dat veranderen? Ja. Microsoft kondigde tijdens Ignite aan dat er geen enkele reden meer is om niet alle applicaties in de cloud te hosten. De techniek is er klaar voor. De platformen zijn er en inderdaad: honderd procent ‘pay as you go’. Hoewel sommige integrators hebben geprobeerd de inhaalslag te maken, hebben de meesten inmiddels een andere strategie gekozen met managed public cloud. Daar liggen wel mogelijkheden. Geen van de integrators heeft nog de ambitie om een tweede Microsoft of AWS te worden, maar ze hebben wel de ambitie om zoveel projecten te doen op die platformen. Het verdienmodel van de integrators zal daarmee uit twee grote componenten gaan bestaan. Het eerste component is migratieprojecten naar de grote cloudplatformen. Daar zit zeker nog grote meerwaarde voor de integrators. Het gaat immers niet alleen om de applicaties, maar ook om netwerken en security.

Het tweede is lastiger: dat heeft te maken met de toegevoegde waarde in diensten op de cloudplatformen. Dat tweede component is automatisch gekoppeld aan het verdienmodel van die platformen, diensten moeten dus ook honderd procent ‘naar gebruik’ kunnen worden afgerekend. Dat vinden integrators lastig, het zit domweg niet in hun genen. Hoewel. Veel managed services-aanbieders zijn wel gewend om tegen uurtje-factuurtje mensen uit te lenen aan klanten. Feitelijk is pay-as-you-go precies hetzelfde principe. Er is maar één maar en dat heeft alles te maken met die eerder vermelde flexibiliteit. Mensen zijn nu eenmaal duur. De push naar automatisering van diensten is daarom groot, ook op de toegevoegde diensten. Daarvoor zijn ook weer investeringen nodig. De grote vraag is vervolgens: waarin investeer je? In welke technologieën? Wat is de return on investment? En als je dure mensen hebt: waarin leid je ze op? Het zijn de grote strategische vragen voor de integrators. Helaas hebben ze niet heel veel tijd om daar over na te denken.

(Dit is het vierde deel uit een serie over de rol van system integrators in de veranderende wereld van de cloud.)

Nog geen reacties

Laatste reacties

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
Koen Stegeman, Editor-in-Chief & founder Hostingjournalist.com: Jammer Arnout, maar je hebt een mooie bijdrage aan de hosting industrie geleverd, en dat jaren lang....

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
Dillard Blom: Jammer dat een 'instituut' verdwijnt, en daarmee een bron van informatie over actuele zaken (en opin...

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
L.: Uit automatisme kijk ik toch nog steeds elke dag naar ispam.nl, toch de hoop dat er nog een berichtj...

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
Toni Donkers: Arnout bedankt! ik ga het missen dat is een feit!

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
Marcel Stegeman: Ik zie het nu pas. Inderdaad jammer maar ik kijk nu al uit naar het volgende project.