Organisaties zouden een beroep moeten doen op storage-systemen die met het oog op virtualisatie en cloud computing zijn ontwikkeld om een einde te maken aan prestatie- en beheerproblemen
- Bedrijfsnieuws van
- Tintri
- (PR-bureau:
- Touchdown PR)
- geplaatst op
- 4 juni 2015 11:22 uur
Tintri publiceert vandaag de resultaten van zijn ‘2015 State of Storage’-enquête. Het rapport biedt een overzicht van de pijnpunten en prioriteiten van meer dan duizend datacenter-professionals. Hieruit blijkt dat de prestaties, kapitaaluitgaven en het beheer de drie grootste pijnpunten op het gebied van ICT-opslag zijn. Een andere bevinding is dat organisaties hun inkoopbeslissingen nog altijd baseren op de eisen van fysieke workloads, ondanks het feit dat het percentage gevirtualiseerde workloads de afgelopen tien jaar is toegenomen tot 75 procent van de totale workload.
Twee op de drie respondenten gaven aan dat hun organisatie meer dan de helft van alle workloads heeft gevirtualiseerd. 38 procent maakt reeds gebruik van meerdere hypervisors. Gevraagd naar de belangrijkste criteria voor de aanschaf van een storage-systeem, noemen de respondenten de kosten per gigabyte als de op twee na belangrijkste factor, na prestaties en gebruikseenvoud. Maar gezien het feit dat bedrijven steeds meer virtuele machines gebruiken, vormen de kosten per VM een veel accuratere maatstaf.
“Als ICT-besluitvormers dezelfde inkoopcriteria blijven hanteren voor fysieke en virtuele workloads tijdens de selectie van een dataopslagsysteem, lopen zij het risico om met een infrastructuur te eindigen die onvoldoende ondersteuning biedt voor hun moderne applicaties en bedrijfsbehoeften”, aldus Yael Zheng, chief marketing officer bij Tintri. “Om hun datacenter te transformeren en pijnpunten te verhelpen hebben zij een oplossing voor ICT-opslag nodig die is ontwikkeld met het oog op gevirtualiseerde applicaties en de cloud.”
Het enquêterapport biedt een vergelijking tussen de pijnpunten van respondenten die gebruikmaakten van traditionele opslagtechnologie en die van respondenten met geavanceerde storage-systemen. Hieruit blijkt dat respondenten met traditionele oplossingen in elke categorie meer problemen ondervinden:
• Prestaties (latency): 53 procent van de respondenten die gebruikmaken van conventionele opslag, deed melding van problemen rond de opslagprestaties. Bij de gebruikers van geavanceerde opslag lag dit percentage op slechts 30 procent.
• Kapitaalkosten: 44 procent van de respondenten die gebruikmaken van conventionele opslag, deed melding van problemen rond de kapitaalkosten. Bij de gebruikers van geavanceerde opslag lag dit percentage op 36 procent.
• Beheerinspanning: 39 procent van de respondenten die gebruikmaken van conventionele opslag, deed melding van beheerproblemen. Bij de gebruikers van geavanceerde opslag lag dit percentage op 21 procent.
De conclusie van de ‘2015 State of Storage’- enquête luidt dat vasthouden aan bestaande systemen voor dataopslag riskanter is dan het implementeren van nieuwe technologie. Dat bedrijven hier oog voor beginnen te krijgen, blijkt wel uit het feit dat twee derde van de respondenten de afgelopen 24 maanden in zee is gegaan met een nieuwe leverancier van storage-oplossingen.
