- Door
- Edwin Feldmann
- geplaatst op
- 7 juni 2010 08:04 uur
Internetprovider Solcon heeft zijn tweede en tevens grootste datacenter vrijdag officieel geopend. Het centrum staat in Apeldoorn, is circa 2300 vierkante meter groot en wordt voor een belangrijk deel gekoeld met buitenlucht.
Het nieuwe gebouw is zichtbaar pas opgeleverd. De kantoren op de tweede verdieping zijn nog kaal en onbewoond. Op de begane grond telt het gebouw drie hallen waar servers kunnen draaien. Twee daarvan moeten nog worden ingericht. Opmerkelijk aan het nieuwe centrum is dat het voor het grootste deel van het jaar wordt gekoeld met buitenlucht. “Tot een temperatuur van 21 graden kunnen we de buitenlucht gebruiken”, vertelt een medewerker. Komt de buitentemperatuur daarboven, dan wordt er mechanisch (bij)gekoeld met behulp van groene stroom. De warmte die het datacenter produceert, wordt gebruikt om de kantoren te verwarmen waardoor een cv-installatie overbodig is.
Desondanks is Solcon binnenkort het meest energievretende bedrijf in de gemeente, vertelde de Apeldoornse wethouder van Economische Zaken Hans Wegman. “Solcon zal bij volle bezetting ongeveer 6 MegaWatt aan energie verbruiken, dat is gelijk aan het energieverbruik van zo’n 15.000 huishoudens”, stelde hij. De wethouder prees in zijn toespraak het lef van Solcon om in deze economische tijd zulke investeringen te doen.
Voor de internetprovider is het het tweede datacenter. Solcon had tot nu toe één datacenter in Dronten, waar tevens het hoofdkantoor is gevestigd. Sinds vrijdag is daar het nieuwe en grotere datacenter in Apeldoorn-Noord bijgekomen. Volgens Solcon-directeur Peter van der Vlies heeft de centrale en hoge ligging (meer dan 50 meter boven NAP) een belangrijke rol gespeeld bij de keuze van de locatie. Bovendien is er behoefte aan hostingfaciliteiten in gebieden buiten de Randstad, zo sprak Van der Vlies vrijdagmiddag.
Solcon is een provider die zich vooral op de zakelijke markt richt. “Juist de grotere zakelijke klanten vragen om deze uitbreiding”, aldus Van der Vlies.
Foto’s: Edwin Feldmann/ISPam.nl