- Door
- Edwin Feldmann
- geplaatst op
- 21 september 2010 08:05 uur
Google is druk bezig om zijn eerste datacenter in Scandinavië af te bouwen. Het centrum zal naar verwachting volgend jaar operationeel zijn. Eén van de innovaties is dat het datacenter geheel wordt gekoeld met zeewater.
Het datacenter wordt gekoeld met water uit de Baltische Zee dat afkomstig is van de oceaanbodem, waar de temperatuur constanter is dan aan de oppervlakte. De zeewater-koeling is niet het enige opmerkelijke aan het datacenter. Het datacenter huist namelijk in een molen dat dienst heeft gedaan als papierfabriek. De oude papiermolen was 53 jaar actief totdat het in januari 2008 werd gesloten.
Het zeewater wordt door twintig jaar oude, gerenoveerde pompen uit de voormalige papierfabriek rondgepompt, schrijft de Finse krant Helsingin Sanomat. Ook zal een deel van de energie voor het datacenter worden geleverd door een nieuw te bouwen 12 MW windmolenpark in de buurt. Het windmolenpark dat eigendom is van energiebedrijf WinWinD, telt nu 4 windturbines (elk goed voor met 3 MW) met rotors van 100 meter doorsnee.
Locatiekeuze
De oude papierfabriek zal worden omgetoverd tot een datacenter met twee hallen waarvan de eerste hal zo’n 8.000 vierkante meter groot zal zijn. Overigens staat het opmerkelijke datacenter in Hamina, een klein stadje aan de zuidkust van Finland in de buurt van de Russische grens.
Waarom Google heeft gekozen voor die locatie is officieel niet bekend. Vermoed wordt dat de korte afstand tot Rusland en St. Petersburg een grote rol hebben meegespeeld. Bovendien heeft Finland gedurende een groot deel van het jaar een winters klimaat en is er gemakkelijke toegang tot zeewater.
Kosten
De molen werd door Google in het eerste kwartaal van 2009 gekocht voor circa 40 miljoen euro. De ombouw van de molen tot een datacenter kost Google naar verluidt zo’n 200 miljoen euro. En dan zal het bedrijf nog eens duizenden servers moeten aanschaffen die daar worden geplaatst.