Journalistiek

Onpartijdig, onafhankelijk nieuws, uitsluitend in dienst van het branchebelang.

Verslag Domeinnaamdebat 2012

  • Door
  • Arnout Veenman
  • geplaatst op
  • 1 oktober 2012 08:07 uur

Afgelopen vrijdag werd door SIDN het Domeinnaamdebat 2012 georganiseerd in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Dit keer waren er twee voorstellen. Het eerste over het verder afschermen van gegevens, maar wel breder toegankelijk maken voor derden. Het tweede over een andere wijze van vrijgeven van opgeheven .nl-domeinnamen.

Tijdens een inleiding bij het debat liet SIDN-directeur Roelof Meijer weten dat het de bedoeling van het Domeinnaamdebat 2012 is om ‘rough consensus‘ te krijgen. Meijer gaf aan dat het debat niet zal worden gebruikt om de voorstellen zoals die door SIDN geformuleerd zijn te legitimeren en uiteindelijk er gewoon door heen te drukken. Wel zijn de voorstellen geformuleerd op basis van de signalen die SIDN vanuit de markt krijgt. Als laatste punt gaf Meijer aan dat de SIDN verder kijkt dan haar directe klanten, de registrars en de .nl-domeinnaamhouders. Daarom organiseert de SIDN het Domeinnaamdebat 2012.

Het debat werd aangevangen met het eerste voorstel om particuliere houders van .nl-domeinnamen de mogelijkheid te geven om hun gegevens volledig uit de whois te laten verwijderen en tegelijkertijd elke belanghebbende de mogelijkheid te geven om de (volledige) whois-gegevens van elke houder op te vragen.

Domeinnaampiraten
Tom Heremans, voorzitter van de Benelux vereniging voor Merken- en Modellenrecht mocht het onderwerp als eerste inleiden en gaf aan tegen het voorstel te zijn, want het zou ‘domeinnaampiraten’ vrijspel geven. Deze domeinnaampiraten leggen een domeinnaam vast die inbreuk maakt op een merk en proberen deze dan voor enkele honderden euro’s proberen te verkopen aan merkrechthebbenden. Wanneer zij de mogelijkheid zouden hebben om niet in de whois te staan, dan zouden ze vrij spel hebben en zouden houders van merkrechten gedupeerd worden. Op de vraag om hoeveel gevallen het paar jaar gaat, sprak Heremans over enkele tientallen.

Peter van der Veen, consultant bij Consideratie hield namens de Consumentenbond een pleidooi voor het voorstel, waarin hij aangaf dat je de privacy van alle (particuliere) .nl-domeinnaamhouders niet moet worden opgeofferd omdat er een aantal kwaadwillenden zijn.

Vanuit de zaal kwamen er verschillende reacties op het voorstel, waarbij het er veelal niet eens zo zeer om ging dat het voorstel zelf niet deugde, maar vooral de uitvoering er van. Daarnaast hadden groepen deelnemers aan het debat hun eigen invalshoek en vaak ook onvoldoende kennis van zaken of de technische of juridische praktijk, waardoor er soms tegenstellingen leken te zijn, die er er niet waren.

Welke belangen gaat het om?
Voorbeelden van vragen waren bijvoorbeeld, wat precies de criteria zijn wanneer iemand belanghebbende is bij het opvragen van de whois gegevens. SIDN-jurist Maarten Simon liet daarop weten dat daar een uitgebreide lijst van belangen is. Ook ontstond er een discussie of dat de huidige praktijk dat de whois-gegevens alleen mogen worden verstrekt aan een advocaat of deurwaarder in stand zou moeten blijven. Ook ontstond er een discussie of het wel wenselijk is om de gegevens van alle particuliere .nl-domeinnaamhouders af te schermen. Dit terwijl er duidelijk in het voorstel stond dat de mogelijkheid tot afscherming zou worden geboden en dat dus niet verplicht is.

Een probleem dat met het afschermen van de whois te maken heeft, zou zijn is dat er helemaal geen contact met de houder van het .nl-domein mogelijk is. Het zou daarom goed zijn als de SIDN een mailrelay zou kunnen opzetten, waardoor het toch mogelijk blijft om contact op te nemen met de houder. Er stond vooral discussie op dit punt over de vraag of registrars of de SIDN dit zou moeten gaan doen. Een aantal registrars gaf aan daar zelf geen zin in te hebben.

Hosters vertegenwoordigen houders niet
Dé uitsmijter van het debat over het eerste voorstel kwam van de oprichter van het .nl-domein Piet Beertema. Allereerst maakte hij gehakt van alle hosters/registrars die eerder tijdens het debat beweerden zovele tienduizenden houders van .nl-domeinnamen te vertegenwoordigen. Een (Nederlandse) klant kiest voor een hoster omdat hij een scherpe prijs heeft of omdat hij zijn zaakjes (technisch) goed voor elkaar heeft. Echter kiest de klant er niet voor om beleidsmatig door de hoster te worden vertegenwoordigd!

Inhoudelijk gaf Beertema over het voorstel aan dat de reden dat de whois (volledig) openbaar was, een historisch gegeven is. De enige manier om vroeger aan contactgegevens van een domeinnaamhouder te komen was de whois. Daarom moest die toen wel openbaar zijn. Vandaag de dag is daar geen noodzaak meer toe. Echter zou de keuze bij de domeinnaamhouder moeten komen te liggen. Die moet de keuze hebben om, al zijn gegevens, een beperkte hoeveelheid gegevens of helemaal niks in de whois te publiceren.

De voorzitter van het debat concludeerde uiteindelijk dat er wel sprake is van een heel ‘rough consensus‘. Al is mijn conclusie dat die consensus er best is. Mijn inschatting is dat de SIDN het voorstel kan doorvoeren. Wel zal het aankomen op de uitvoering, zodat er geen belangen van derden worden geschaad en er geen onbedoelde neveneffecten optreden

Alternatieve manier van vrijgeven opgeheven .nl-domeinnamen
Het tweede voorstel gaat over de wenselijkheid om de vrijgave van opgeheven .nl-domeinnamen anders in te richten, zodat niet alleen gespecialiseerde dropcatchers, maar ook ‘de gewone man’ een kans heeft om een vrijgekomen .nl-domeinnaam te registeren.

De inleidingen werden gedaan door Liesbeth Mack-de Boer, CSO van SEDO en Arda Gerkens, directeur van HCC. SEDO ziet een domeinnaam die vrijkomt als een stuk land met gebouwen er op. Dropcatchers zorgen er volgens Mack-de Boer voor dat de bebouwing in takt blijft, anders zou dat verloren gaan. Dropcatchers zorgen ervoor dat de domeinnaam terecht komt bij iemand die er voor wil betalen en daardoor komt deze op juiste plek terecht. Gerkens gaf aan dat met de huidige manier van vrijgeven alleen dropcatchers een goede kans hebben om een vrijgekomen .nl-domeinnaam te bemachtigen. Dat moet daarom anders, bijvoorbeeld door deze te verloten, zodat iedereen een eerlijke kans maakt.

De vraag is echter wat voor alternatieven er zijn voor het gewoon vrijgeven van .nl-domeinnamen. Verloten werd al door Gerkens als optie genoemd. Maar komt de domeinnaam dan ‘bij de juiste persoon terecht?’ was een van de vragen die daarbij werd gesteld. Kan er dan niet beter worden geveild? Immers wie er het meeste betaalt, wil de domeinnaam graag hebben, was een andere reactie. Daarop werd weer gereageerd met dat er ook al dropcatchers zijn die veilingen houden.

SIDN Marktplaats
Verder kwam een idee ter tafel om de SIDN een marktplaats te laten oprichten voor vrijgekomen domeinnamen, waar een houder van een domeinnaam die hem wil opheffen kan proberen te verkopen. Immers heeft de houder van de domeinnaam waarde gecreeërd en niet een dropcatcher. Daarom zou de waarde aan de (aankomende ex-)houder toe moeten komen, stelde Gerkens.

Uit de zaal kwam daarop de reactie dat er allang marktplaatsen voor domeinnamen bestaan. Waarop Gerkens reageerde dat ze geen marktplaatsen voor domeinnamen kende. Toch apart, gezien ze samen met domeinnaammarktplaats SEDO het panel vormde.

Vanuit de zaal kwam de conclusie dat het voorstel zoals dat door de SIDN is gedaan, om niks te veranderen, niet voortkomt uit de wenselijkheid om de huidige status quo te handhaven, maar dat een gebrek aan betere alternatieven de oorzaak is.

Rol dropcatchers
In het debat dat hierna volgde was een belangrijk onderwerp van discussie wat de rol van dropcatchers is en of het eerlijk is dat zij alle vrijgekomen domeinnamen die interessant zijn binnen microseconden na het vrijkomen weer kunnen registreren. Een in de zaal aanwezige dropcatcher merkte op dat er twee soorten dropcatchers zijn, namelijk die domeinnamen voorzichzelf registreren én die het doen voor derden en organiseren dropcatch veilingen.

Een suggestie die werd gedaan was om voor vrijgekomen .nl-domeinnamen een sunrise periode te hanteren, net zoals bij de lancering van nieuwe TLD’s, waarbij houders van merken en handelsnamen de mogelijkheid hebben deze te registreren, voor dat een ieder dat kan.

Ook was er verwarring over de vraag of duidelijk is wanneer een domeinnaam daadwerkelijk weer vrijkomt. Dat bleek uiteindelijk te zijn exact 40 dagen nadat deze is opgeheven. Om die reden weten alleen de opheffende registrar wanneer de domeinnaam precies weer beschikbaar zal worden. Hierop werd gevraagd of het niet mogelijk of wenselijk is om dit tijdstip willekeurig te maken, zoals bij andere registries ook al gebeurt. Een ander voorstel om algemeen bekend te maken wanneer de domeinnaam vrij zal komen, was volgens SIDN-jurist Maarten Simon niet handig, omdat dat een enorme piekbelasting op de systemen van de SIDN zou geven op die momenten.

De voorzitter van het debat concludeerde -mijns inziens terecht- dat er geen consensus over het voorstel om (n)iets te veranderen aan het vrijkomen van opgeheven domeinnamen.

Huiswerk SIDN-directeur Roelof Meijer
Achteraf is mijn gevoel bij het Domeinnaamdebat 2012 dat SIDN directeur Roelof Meijer het nodige huiswerk heeft meegekregen van het debat. Wel moet worden opgemerkt dat de hoeveelheid tijd (twee uur) voor het debat inclusief inleiding en afsluiting wat mij betreft veel te kort was. Het gaat om belangrijke voorstellen, waar nu maar één uur per voorstel voor beschikbaar was, inclusief inleiding van de panels. Daarnaast moet van deze één uur per voorstel ook nog de algemene inleiding en afsluiting worden afgetrokken. De netto beschikbare debattijd was dus nog minder.

Te weinig tijd voor goed debat
Door de beperkte hoeveelheid tijd was het voor de deelnemers aan het debat niet goed mogelijk om uitgebreid op elkaars standpunten in te gaan en was het ook niet mogelijk om alle facetten van de voorstellen uit te diepen. Daarmee is geen recht gedaan aan het belang van beide voorstellen. Teruggaan naar 2006 waarbij het Domeinnaamdebat over drie ronden en een even groot aantal dagen te verspreiden is ook niet nodig, maar bij een volgende ronde zou de hoeveelheid beschikbare tijd wel worden vergroot. Dat komt het debat en de resultaten eruit ten goede.

Nog geen reacties

Laatste reacties

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
Koen Stegeman, Editor-in-Chief & founder Hostingjournalist.com: Jammer Arnout, maar je hebt een mooie bijdrage aan de hosting industrie geleverd, en dat jaren lang....

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
Dillard Blom: Jammer dat een 'instituut' verdwijnt, en daarmee een bron van informatie over actuele zaken (en opin...

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
L.: Uit automatisme kijk ik toch nog steeds elke dag naar ispam.nl, toch de hoop dat er nog een berichtj...

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
Toni Donkers: Arnout bedankt! ik ga het missen dat is een feit!

Bedankt voor het succes van ISPam.nl
Marcel Stegeman: Ik zie het nu pas. Inderdaad jammer maar ik kijk nu al uit naar het volgende project.