- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 9 november 2012 08:06 uur
Nee, zo gek is die keuze niet van Ordina om in het Overijsselse Hengelo de uitwijk te plaatsen. Commercieel manager Ewald Lucas van Previder legt de keuze graag nog eens uit: “We praten als Previder met meer grote bedrijven en Ordina kenden we al goed. Ze waren al eerder bij ons geweest om te kijken naar de mogelijkheden. Toen voor een specifieke business case een nieuwe uitwijklocatie werd gezocht, kwamen wij in beeld. Dat ook gezien het feit dat zij hierbij niet gebonden waren aan Amsterdam: andere locaties waren welkom als deze meer te bieden hadden.”
Kersverse directeur Eric Vredeveldt vult aan: “We hebben in het oosten van het land nu eenmaal een aantal voordelen, dat zien bedrijven in andere delen van het land meer en meer. Neem de mobiliteit. Dat is hier geen probleem, je bent soms sneller in Hengelo dan in Amsterdam.”
Ordina zal echter niet louter voor Previder hebben gekozen vanwege het feit dat Hengelo zo goed bereikbaar is. Lucas: “Nee, om te beginnen moet de kwaliteit van een datacenter van onbesproken niveau zijn. En we kunnen een goed prijsniveau realiseren. Maar bovenal zijn we in alle opzichten een gezond en stabiel bedrijf. Ook dat is een eis van klanten als Ordina. Een partner moet in staat zijn om te kunnen blijven innoveren en moet over twintig jaar ook nog bestaan.”
Toch was het een opmerkelijk bericht: Ordina, een van de grotere system integrators in dit land, verplaatst haar datacenter-activiteiten van Schiphol-Rijk naar een datacenter-leverancier in Hengelo. Eric Vredeveldt: “Dit is niet zo opmerkelijk, we zien dat onze datacenteractiviteiten perfect aansluiten bij de strategie van de grote IT-bedrijven. Wij bijten elkaar niet maar vullen elkaar goed aan. Technisch zijn er geen belemmeringen om dit in Hengelo te doen. Er is hooguit nog een psychologische drempel om systemen verder van het bedrijf te plaatsen. Emotionele afstand, maar het maakt natuurlijk niet uit als een onderneming bijvoorbeeld in Amsterdam zit en de systemen in Hengelo staan. In technische termen is dat een afstand van milliseconden.”
Slimme cages
Previder nam recent het hagelnieuwe PDC2 – Previder Data Center 2 – in gebruik. Het koelingsconcept is gebaseerd op zoveel mogelijk gebruik van buitenlucht. Daarnaast wordt er alleen groene stroom ingekocht. Zo voldoet die faciliteit aan alle eisen en geldende standaarden. “We zien wel bedrijven die oude centers revitaliseren, maar dat is lastig”, vertelt Lucas. “Kijk alleen al naar de eisen die klanten stellen aan duurzaamheid.” Mooi voorbeeld is de deal die Previder scoorde bij het waterbedrijf Vitens. Dat koos voor Previder mede omdat het bedrijf goed scoort op het gebied van duurzaamheid. PDC2 haalt een fraaie PUE van 1,25.
Nog een keer Ordina: sterk in de overheidsmarkt, industrie en de markt voor financiële dienstverlening met klanten die niet zelden eisen dat systemen in cages worden geplaatst. “Cages zijn altijd onvoordelig voor een datacenter”, vertelt Lucas. “Ook wij proberen het snijverlies zo klein mogelijk te houden. Wij hoeven ons koelingsconcept niet te veranderen door het plaatsen van cages: alleen dan kun je het ook prijstechnisch interessant houden.”
Volgens directeur Vredeveldt heeft Previder een ultramodern datacenter dat volledig aan de eisen anno 2012 voldoet. “Uitbesteden aan gespecialiseerde partijen die hun nieuwe centers slim kunnen inrichten, is dan een strategische keuze.”
Geen applicaties
Vredeveldt ziet de toekomst met veel optimisme tegemoet. “We staan aan het begin van de IT-centralisaties”, zegt hij. Met een kleine kanttekening want het is jammer dat bedrijven minder gaan verhuizen in deze economische situatie. “Juist als een bedrijf gaat verhuizen, start het nadenken over uitbesteden van datacenteractiviteiten. Zelf nog een ‘koelkast’ voor servers bouwen in je bedrijf of uitbesteden? Ondernemingen kiezen dan toch vaak om het buiten de deur te plaatsen gezien alle voordelen van een extern datacenter. De markt is nog lang niet uitgegroeid. Bedrijven zullen steeds meer diensten gaan afnemen van professionele datacenters. Eerst racks, daarna infrastructuur en de volgende stap is cloud- en platformservices.”
En applicaties als de laatste stap? “Applicaties zijn echt een heel andere tak van sport”, zegt Vredeveldt stellig. “Om te beginnen bepalen de softwareproviders hoe snel we kunnen gaan in de ontwikkeling van SaaS-omgevingen. Strategisch sluiten we hier ook weer goed aan met onze platformservices. Laat de software partijen zich op de applicatielaag concentreren, dan leveren wij de infrastructuur met alles erop en eraan.”
Focus op shared en Nederland
Binnen de infrastructuur valt nog genoeg te bereiken voor klanten. Daar moet een bedrijf als Previder zich kunnen onderscheiden. “Hardware is een commodity geworden, daarin onderscheid je jezelf niet meer”, vindt Vredeveldt. “”Wij bieden rackspace, connectivity en cloud-platformservices. Daarbinnen moeten we aantrekkelijke proposities neerleggen voor onze klanten. Wij zetten nu zwaar in op shared services omdat dat kostenvoordelen met zich meebrengt. De klant betaalt alleen voor hetgeen hij daadwerkelijk gebruikt. Maar er zijn natuurlijk ook nog klanten die niet klaar zijn voor shared services en toch voor een dedicated omgeving kiezen. Ook dit kunnen we onze klanten bieden. Maar volgens ons wordt shared de toekomst voor de markt. Daarop moeten we innoveren.”
Binnen Nederland. Want de focus van Previder ligt binnen de landsgrenzen, ondanks het feit dat juist platformservices goed internationaal vermarkt kunnen worden. “We zitten hier dicht tegen de Duitse grens aan waardoor het relatief gemakkelijk zou zijn om in die markt te stappen. We hebben wel internationale ambities, maar die moeten in lijn zijn met de mogelijkheden die we als bedrijf hebben. Internationalisering betekent ook enorme kosten voor de interne organisatie. Dat kun je alleen maar samen met de klanten doen, in een gezamenlijke strategie. Maar vooralsnog zien we nog volop mogelijkheden in Nederland.”
Directeur Eric Vredeveldt (links) en commercieel manager Ewald Lucas van Previder
