- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 29 september 2015 08:00 uur
Cogent dat vooral bekend is als één van de grootste aanbieders van internet-transit, opent binnenkort een datacenter in Halfweg, onder de rook van Amsterdam. Een goede aanleiding voor een interview met Cogent-oprichter en CEO Dave Schaeffer over het bedrijf, het nieuwe datacenter en het belang van Amsterdam op het internet.
Op 1 oktober zal het nieuwe datacenter van Cogent in Amsterdam (Halfweg) feestelijk worden geopend. Het nieuwe datacenter zal initieel ruimte hebben voor 250 racks. Daarnaast is het mogelijk om, als daar behoefte aan is, dat aantal tot maximaal 750 racks uit te breiden.
De keuze om een datacenter in Amsterdam te openen, is een strategische. Cogent heeft nu al datacenters in steden in omringende landen zoals Frankfurt, Londen en Madrid. Daarnaast is Cogent met zijn netwerken in alle EU-landen vertegenwoordigd en worden er ook zo’n 20 Amsterdamse datacenters door Cogent ontsloten. Ook is Amsterdam een top-5 speler qua internetverkeer wereldwijd. Een eigen datacenter in Amsterdam openen, was daarom een logische keus voor Cogent, stelt Schaeffer.
Qua prijs zal Cogent goedkoper zijn dan concurrerende datacenters die in dezelfde markt actief zijn. De reden dat Cogent zijn diensten goedkoper kan aanbieden, is dat het bedrijf zelf geen datacenters bouwt maar reeds bestaande faciliteiten overneemt van partijen die minder succesvol waren en deze faciliteiten moderniseert. Daardoor hoeft er minder te worden geïnvesteerd om een datacenter te openen.
Daarnaast profiteert Cogent van de schaalgrootte die het bedrijf heeft. Als laatste zijn de datacenters vooral bedoeld als middel voor Cogent om IP-transit aan klanten te verkopen. Daarom hoeft er niet op de datacenters diensten marge te worden gemaakt.
Ondanks het feit dat de datacenters bedoeld zijn om meer IP-transit te verkopen, zijn de datacenters van Cogent wel carrier-neutraal, legt Schaeffer uit. Echter doordat Cogent zelf goed vertegenwoordigd in de eigen datacenters is en een lage prijs heeft, nemen concurrenten niet eens de moeite om een PoP in de datacenters te openen, stelt hij.
Andere eigenaren van datacenters zullen zich waarschijnlijk geen zorgen maken over de komst van Cogent naar Amsterdam. Daarvoor is Cogent simpelweg te klein. Schaeffer stelt echter dat in de andere markten (IP-transit) waarin Cogent actief is, de concurrentie vaak niet in staat was om de prijs van Cogent te evenaren. Daarom hebben veel concurrenten ervoor gekozen om ermee te stoppen. In de datacentermarkt zou dat op termijn uiteindelijk ook kunnen gebeuren, denkt Schaeffer.
Schaeffer is verder zeer te spreken over Nederland als vestigingsland voor datacenters. Het feit dat Nederland netneutraliteit in de wet heeft opgenomen én ook een voorbeeld is geweest voor Europese netneutraliteit, vindt hij een heel goede zaak. Daarnaast maakt Nederland zijn reputatie als handelsnatie ook waar op internet. De Nederlandse overheid is “very supportive” voor datacenters en het internet in het algemeen en daarmee is een “very welcoming enviroment” gecreëerd waardoor Nederland verschillende internetbedrijven heeft aangetrokken, stelt Schaeffer.
Een punt van kritiek heeft hij echter ook. De overheid zou meer druk mogen uitoefenen om de uitrol van glasvezel naar woningen en bedrijven en het upgraden van lokale netwerken. Na de fusie van Ziggo en UPC en veel lokale glasvezelnetwerk door KPN zijn overgenomen, lijkt dat wat in het slop te zijn geraakt.
Een volgende vraag is hoe Schaeffer aankijkt tegen een project als Nederland Schoon waarbij de Nederlandse overheid onderzoek doet naar de mate van abuse in netwerken van hosters. Volgens Schaeffer is het niet aan hosters en carriers om iets te vinden van de inhoud op internet en ook de overheid zou zich zeer terughoudend moeten opstellen, wat dat betreft. Zolang er niemand schade door leidt zou alles mogen. Al stelt Schaeffer dat Nederland in dat opzicht een zeer goede (tolerante) reputatie heeft.
Waar het echter gaat om hosters die spammers en DoS-aanvallen vanuit hun netwerken gedogen, is Schaeffer een andere mening toegedaan. Die hosters moeten door hun leveranciers (en carriers) worden aangesproken en worden gewaarschuwd dat ze dergelijke activiteiten in hun netwerk een halt toe moeten roepen. Wanneer partijen na voldoende gewaarschuwd te zijn dat niet doen, zou je kunnen overwegen om dat netwerk af te sluiten en hun routes niet langer te announcen. Dat is echter een “last resort” stelt Schaeffer. Daar voegt hij wel aan toe dat Cogent daar in het verleden al vaker tot is overgegaan.
