- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 14 december 2015 08:00 uur
Windows Server is nog steeds een van de belangrijkste besturingssystemen in datacenters. De huidige versie 2012 R2 wordt vervangen voor Windows Server 2016, maar dat kon wel eens een dure vervanging worden. Microsoft past de licentievoorwaarden namelijk aan: licenties worden niet meer per processor uitgegeven, maar per core. Op zich logisch: de mate van virtualisatie wordt sterk bepaald door het aantal cores per processor. Op servers met twee of vier processoren met elk tien cores, wordt de nieuwe servereditie duurder, volgens Microsoft zelf met 25 procent.
Microsoft past de licentievoorwaarden (pdf) naar eigen zeggen aan om klanten meer mogelijkheden te geven in hybride cloud-omgevingen. Daarbij richt het bedrijf zich natuurlijk in de eerste plaats op Azure. Dat geldt niet alleen voor Server 2016, maar ook voor System Center (SCCM) 2016. Het moet met de nieuwe licentiestructuur gemakkelijker zijn voor klanten om ‘images’ te verplaatsen naar, en via SCCM te beheren in de public cloud van Microsoft.
Microsoft-licenties waren al specialistenwerk, maar met de nieuwe Server 2016 wordt de aanschaf van de juiste licenties per server bepaald niet eenvoudiger. Dat wordt echt werk voor een architect die een goede sizing kan doen op server- en virtualisatielaag en bovendien een gedegen kennis bezit van de licentiestructuur. Dat begint al met het feit dat Microsoft onder 2016 niet toestaat dat er op een server cores draaien zonder besturingssysteem. Kortom: alle cores per processor moeten voorzien zijn van een licentie. Enige uitzondering is een fysieke server met slechts één processor. Als die processor tien cores heeft, dan mag toch worden volstaan met een basislicentie voor acht cores. Er draaien dan dus twee cores zonder licentie.
De speciale datacenter-editie krijgt overigens wel meer functionaliteit, zoals virtualisatiemogelijkheden in de netwerklaag en opties voor opslagreplicatie. De verschillen tussen de standaardeditie en de datacenter-editie worden daarmee flink groter: in Windows Server 2012 R2 ging het vooral nog om het aantal virtuele machines dat werd ondersteund. Zowel Windows Server 2016 als System Center 2016 komen na de zomer op de markt.
