- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 27 september 2012 08:01 uur
Vele jaren achtereen werd geroepen dat consolidatie in de hosting – en DCsector niet lang meer op zich zou laten wachten. Het waren insiders, vertegenwoordigers uit de financiële branche en zelfs overheden die hier echt van overtuigd waren. Een markt met zoveel aanbieders en zo weinig onderlinge verschillen, dat moest onvermijdelijk leiden tot een samengaan van partijen en daarmee met steeds minder spelers een zo groot mogelijke koek verdelen. Dat was namelijk tot op heden met elke sector gebeurt, kijk maar naar de banken, energiebedrijven of dichter bij huis inbelproviders, werd er gezegd ter onderbouwing van die stelling.
Maar tot op heden is in de echte B2B-markt het aantal fusies of overnames zo gering dat van consolidatie nog steeds geen sprake kan zijn. Veel meer dan het overname van Bluedome door het Noorse Basefarm, de koop van Terremark door Verizon, het huwelijk tussen IS en PINS of het in alle stilte van de markt verdwijnen van een paar dozijn kleinere aanbieders en het recente bericht over de ontwikkelingen rond Proserve valt er niet te melden. En dat is in vergelijking met tal van andere sectoren gewoon een opvallend lage score.
Dat zowel de economische omstandigheden als het type dienstverlening sterk is veranderd, zal niemand zijn ontgaan. Het heeft de markt nog complexer gemaakt en dit draagt ertoe bij dat het niet makkelijker is fusies of overnames op basis van een mate van gelijkheid te realiseren. Voorbeeld hiervan is KPN dat er dit jaar niet in slaagde de buitenlandse activiteiten onder te brengen bij concurrenten. In die sector is er schijnbaar geen belangstelling een gelijkende partij over te nemen.
Als je deze feiten op een rijtje zet kan de conclusie niet anders zijn dat wetmatigheid van consolidatie zoals we het op school hebben geleerd voor de hosting en DC sectoren gewoon niet opgaat. Het zijn zowel direct betrokkenen als partijen die gewend zijn aan dit soort processen een bijdrage te leveren (adviseurs, financiers en dergelijke) die dit proberen te begrijpen en hier onderzoek naar (laten) doen. Zonder inhoudelijke kennis van de sectoren is onderzoek echter zinloos en blijft men zich vooral verbazen dat alleen al in dit land honderden ondernemers feitelijk dezelfde dienst leveren en daarmee in één vijver vissen. Als je je wel verdiept in de sector zie je een ander beeld opdoemen. Partijen hebben toch een of meer doelgroepen op het netvlies waaraan de diensten worden aangeboden. Dat kan zijn type gewenste klant maar ook regionale binding. Naast die vormen van focus – en dat kan overigens echt nog wel beter – is er tussen de concurrenten ook al vaak een vorm van samenwerking. Peering is daar de basisvorm van en ook het delen van fysieke ruimte komt regelmatig voor.
Die alledaagse, maar wel verschrikkelijk belangrijke, vormen van samenwerking haalt wellicht de druk van de ketel om over te gaan tot echte fusies of zoals elders tot vijandelijke overnames. Daarmee geeft de sector een ander invulling aan het begrip consolidatie, namelijk praktische samenwerking.
Of deze fase uiteindelijk toch tijdelijk blijkt en er alsnog een radicale vermindering aan aanbodzijde is eveneens onderwerp van meerdere studies. Vooralsnog lijkt het er echter op dat we door technische gedreven samenwerking te maken hebben met een aspect waardoor de ‘interneteconomie’ zich wezenlijk onderscheidt van andere sectoren.